
A, B, C: JOU/JOUW
Jou / jouw - gramatika pro začátečníky, ve které ale chybují i pokročilí studenti a rodilí mluvčí :-)
Vraag
Waar staat er een w in Ik heb jou(w) jou(w) auto zien parkeren?
Antwoord
De juiste spelling is: Ik heb jou jouw auto zien parkeren. Jou is een persoonlijk voornaamwoord, jouw is een bezittelijk voornaamwoord.
Toelichting
Twijfelt u tussen jou en jouw, dan kunt u de vormen het best vervangen door u en uw. Bij die vormen kunt u bij een zorgvuldige uitspraak horen of er een w is of niet. Bent u ook bij u en uw nog niet helemaal zeker, gebruik dan hem en zijn.
Jou, u en hem zijn persoonlijke voornaamwoorden.
(1) Ik heb jou gebeld. Ik heb het jou gegeven. Jou vergeet ik nooit.
(2) Ik heb u gebeld. Ik heb het u gegeven. U vergeet ik nooit.
(3) Ik heb hem gebeld. Ik heb het hem gegeven. Hem vergeet ik nooit.
Jouw, uw en zijn zijn bezittelijke voornaamwoorden:
(4) Ik heb jouw zus gezien. Jouw fiets is gestolen.
(5) Ik heb uw zus gezien. Uw fiets is gestolen.
(6) Ik heb zijn zus gezien. Zijn fiets is gestolen.
www.taaladvies.net