A1-B1: Je of jij?

04.06.2011 08:55

Wanneer gebruik je je en wanneer jij?

Je en jij kunnen als onderwerpsvorm meestal door elkaar heen gebruikt worden. Jij gebruiken we als er extra nadruk op ligt: 'Kom jij dat pakje brengen of doet hij dat?' We gebruiken je ook als onbeklemtoonde vorm van jou of jouw: 'Ik heb je gisteren nog in Haarlem gezien', 'Is dat je broertje?' Daarnaast kan je ook gebruikt worden in de betekenis men: 'Je leeft niet om te werken.'

Vaak kunnen we zowel de volle als de gereduceerde vorm gebruiken, maar niet altijd. In de volgende zinnen is alleen de volle vorm correct:

- Bedoel je mij of mijn broer?
- Ahmed en jij mogen de slingers ophangen.
- Mijn zus is vier jaar ouder dan hij.
- Jij daar, kom eens hier!
- Wie heeft de snoepjes opgegeten? Hij!
- Op jou kun je altijd rekenen.
- Hij komt altijd te laat.
- Ze hebben zelfs haar uitgenodigd!
- Dus dat is volgens hem niet juist?


onzetaal.nl




Vyhledávání

Kontakt

Anna Phillips - Dutch For You online
Skype: DutchForYou