B1 - C2: Test je kennis van de Nederlandse spelling!

10.01.2011 19:00

Chcete-li si procvičovat nizozemskou gramatiku a stále se v ní zlepšovat, přihlaště se do našeho e-learningového programu! E-learning máme pro všechny jazykové úrovně, od začátečníků až po velmi pokročilé!

 

VÍCE INFORMACÍ O E-LEARNINGU NIZOZEMŠTINY a VZOROVÁ LEKCE

 

 

Test je kennis van de Nederlandse spelling!

 

Is het c of k?

1a. electronica
1b. elektronica

2a. katalysator
2b. catalysator

3a. produkt
3b. product

Is het t of th?

4a. entousiast
4b. enthousiast

5a. apoteek
5b. apotheek

6a. triatlon
6b. triathlon

Is het e of en?

7a. manenschijn
7b. maneschijn

8a. paardenstal
8b. paardestal

9a. krantenartikel
9b. kranteartikel

Trema of koppelteken?

10a. naäpen
10b. na-apen

11a. meeëten
11b. mee-eten

12a. drieëndertig
12b. drie-en-dertig

Accent of niet?

13a. paté
13b. pate

14a. ragout
14b. ragout

15a. déjà vu
15b. dejà vu

Aan elkaar vast, los of streepje?

16a. Ik denk dat ik ervan afzie.
16b. Ik denk dat ik er vanaf zie.

17a. Je moet ten minste 18 jaar oud zijn.
17b. Je moet tenminste 18 jaar oud zijn.

18a.Ten slotte verzoek ik u snel te reageren.
18b.Tenslotte verzoek ik u snel te reageren.

19a. Hij is ervan doorgegaan.
19b. Hij is ervandoor gegaan.

20a. public relations
20b. public-relations

21a. up to date
21b. up-to-date

22a. part-time.
22b. parttime.

23a. know-how
23b. knowhow

Afkortingen

24a. ca (circa)
24b. ca. (circa)

25a. jl.
25b. j.l.

26a. PS
26b. p.s.

27a. kg
27b. kg.

Allerlei

28a. Hij geeft hen de formulieren.
28b. Hij geeft hun de formulieren.

29a. een A-4’tje
29b. een A4’tje

30a. Hij is even groot als ik.
30b. Hij is even groot als mij.

31a. Omdat het regent, zijn de straten nat.
31b. Doordat het regent, zijn de straten nat.

Auto’s

32a. total loss
32b. totall loss

33a. rijexamen
33b. rij-examen

34a. reparatie
34b. reperatie

35a. cilinder
35b. cylinder

Badkamer

36a. make-up
36b. make up

37a. eau de cologne flesje
37b. eau-de-cologneflesje

38a. geiser
38b. geizer

39a. shampo
39b. shampoo

Beroepen

40a. congiërge
40b. conciërge

41a. direkteur
41b. directeur

42a. elektricien
42b. elektriciën

43a. loketist
43b. lokettist

Vergaderen

44a. compromisen
44b. compromissen

45a. irreëel
45b. irreël

46a. feedback
46b. feed-back

47a. appeleren
47b. appelleren

Spelling

1a. bespionneren
1b. bespioneren

2a. megaherz
2b. megahertz

3a. karbonaadje
3b. karbonaatje

4a. oerhollands
4b. oer-Hollands

5a. aërobics
5b. aerobics

Woordbetekenis

1. Obstipatie betekent:
a. buikloop 
b. verstopping 
c. stoelgang

2. Oregano betekent:
a. berggeit 
b. oorsprong 
c. kruiderij

3. Kasba betekent:
a. vesting 
b. klaagmuur 
c. heilige steen

4. Vuig betekent:
a. onrein 
b. gemeen 
c. slordig

5. Histologie betekent:
a. geschiedschrijving 
b. wereldbeschouwing 
c. weefselleer

Zoek de fout

1. De jaloerse paardenslager rijgde zijn louche concurrent botweg aan het mes. 
2. Om aan de stijgende vraag naar gezelschapsspellen te voldoen maakte de speelgoedfabrikant lange uren. 

 

3. Met een onuitputtend geduld deden de missionarissen hun werk in de polikliniek. 

 

 

Vyhledávání

Kontakt

Anna Phillips - Dutch For You online
Skype: DutchForYou